Oekraïne 2012
Werkbezoek aan Oekraïne van 27 april – 6 mei 2012
Op vrijdag 27 april vertrekt ’s morgens om 04.00 uur de delegatie van het Pastoraal Fonds, bestaande uit Nico Broekhuizen, Jan Lindhout, Henk Maat, Marja Mantel en Astrid Batenburg, uit Sassenheim. We rijden eerst naar Druten om onze tolk, Mária Beuving, op te halen. Deze reis begint met koud en ongezellig weer, maar hoe meer we naar het oosten rijden des te mooier het weer wordt. We eindigen onze eerste dag rond 19.00 uur op een warm en zonnig terras van hotel Paprika Csárda net over de grens in Hongarije.
Op zaterdag 28 april, maken we ons na een stevig ontbijt op voor het laatste stuk naar Gát in Oekraïne. We hebben nog allemaal de netelige situatie met de meegenomen medicijnen en bloembollen van vorig jaar in ons hoofd, waardoor we toen 6 uur bij de grens hebben gestaan. Nu calculeren we al in, dat we er in ieder geval met twee uur wachttijd wel door zijn. Stomverbaasd zijn we als we binnen drie kwartier zowel de Hongaarse als de Oekraïense douane gepasseerd zijn en om kwart over drie bij ons gastgezin Zoltán en Irén in Gát het erf oprijden. We worden zoals elk jaar weer hartelijk begroet en zitten binnen de kortste tijd buiten in 28 0C aan sör (bier) en bor (wijn). Na een uitgebreide maaltijd vertrekken de mannen naar hun gastheer Joseph, die al met de nodige versnaperingen op hen zit te wachten. Het wordt niet al te laat deze avond want de lange reis doet zijn werk.
Zondagochtend 29 april vertrekken we om 8.30 uur naar Nagymuzsaly om onze contactpersonen Marianna en Erzsébet te ontmoeten. We nemen voor de kerkdienst met hen wat vragen door en gaan dan naar de kerk.
Er is sinds november een nieuwe dominee van 24 jaar oud, getrouwd en een kindje op komst. Hij is zo te horen geliefd bij de gemeenteleden. Op ons komt hij ook zeer sympathiek en betrokken over. Hij loopt met ons de nieuwe keuken van het Parochiehuis door (bekostigd door het Pastoraal Fonds) en laat ons nog wat te restaureren zaken zien.
Na een versnapering bij hem en zijn vrouw, lunchen we bij Marianna en Erzsébet. Bij de vraag of alles wat hen met de transporten gestuurd wordt, qua verbandartikelen e.d., vertelt Marianna het volgende. Er zat een doosje bij met een soort van pijpje er in en naar haar idee was het een blaastest. Aan haar schoonmoeder Erzsébet vraagt ze om er in te blazen om te zien of het werkt. Helaas doet het helemaal niets. Nieuwsgierig geworden, zoekt ze op het internet. Ze komt tot de ontdekking dat het geen blaastest, maar een zwangerschapstest is.
We rijden om 15.00 uur terug naar Gát voor ons gesprek met de Diaconie van de Reformatorische kerk aldaar. Er is weinig nieuws te vertellen. De kerk is niet wit geschilderd omdat het benodigde geld ontbrak. Het verdelen van de kleding en het incontinentiemateriaal gaat ook goed.
Daarna nog een bezoek met Zoltán en Lörincz Béla aan Csikós. Dit is een buurtschap dat bij Gát hoort, waar nog maar 70 gezinnen wonen. Het ligt erg afgelegen en de weg er heen zit vol kuilen en hobbels. In dit buurtschap heeft het Pastoraal Fonds de renovatie van het dorpshuis bekostigd. Het is prachtig geworden en tevreden vertrekken we weer naar Gát, voldaan en dorstig van een lange dag met veel gesprekken.
Maandag 30 april, Koninginnedag in Nederland, zitten we al weer vroeg in de auto voor een bezoek aan Csonkapapi. We hebben er een gesprek met Peter Zoltán en gaan samen met hem naar de kleuterschool om de renovatie te bekijken. We worden er opgewacht door een enthousiaste groep kinderen in de leeftijd van 2 tot 6 jaar. Zij hebben de nodige liedjes ingestudeerd en tot onze grote verrassing zingen zij “Slaap kindje slaap” in het Nederlands, geweldig! Daarna delen wij onze snoepjes en sokpoppen uit, die in zeer goede aarde vallen.
Hierna lopen we naar de Keuken van Hoop en Liefde oftewel “ Tafeltje dekje”. Daar krijgen we een heerlijke lunch voor gezet. We lopen we even mee om op een paar adressen het eten te brengen. Zeer schrijnende gevallen. Een vrouw van 80 jaar die voor haar zoon van 51 jaar moet zorgen omdat hij een hersenbloeding heeft gehad. Op het tweede adres wonen een man en vrouw waarvan de man al enkele jaren bedlegerig is en een katheter heeft. Dit allemaal in slechte leefomstandigheden. Een hokje van drie bij drie meter met twee bedden, een kast en een tafeltje met twee stoelen en een kruk. En toch blijven deze mensen lachen en willen ze graag voor ons op de foto.
De vrouw van de dokter is vooral aan het woord.
Zij vertelt ook hoe het met de dokterspost is gesteld.
Zij heeft heel veel wensen en laat dit in de loop der jaren ook wel blijken. Op de terugweg bespreken we bij de Oost Europa Zending in Beregszász de kledingtransporten vanuit Nederland naar onze contactpersonen in Oekraïne. Daarna gaan we weer “op huis” (in Gát) aan.
Dinsdag 1 mei. Een vrije dag en niet alleen voor ons, maar ook voor alle contactpersonen en andere Oekraïners . Dat betekent een dagje uit! De zon brandt al aan de hemel, het wordt 30 0C vandaag! Om acht uur staat de bus voor en worden er tafels, stoelen, eten en drinken ingeladen waarna wij in kunnen stappen. Zo trekken we naar de Karpaten. We houden ons hart vast want het is geen bus zoals wij die kennen. Het is een gammele oude bus uit het jaar kruik? De stoelen zijn nog goed en daar is alles mee gezegd, Toch brengt de bus ons in de bergen. We belanden aan een wild stromend beekje met ijskoud water. De contactpersonen zetten alles klaar voor een heerlijke lunch waarna de liefhebbers met een gammel oude legerbusje hogerop worden gebracht en vandaar een stukje lopen naar een prachtige waterval.
De achterblijvers dromen weg in het zonnetje of zoeken de schaduw op. Het water in de beek komt hoger te staan en het krat met drinken dat daarin staat verdwijnt naar het midden. Zoltán trekt zijn schoenen en sokken uit, stroopt zijn broek op en stapt het ijskoude water in om het krat weer naar de kant te halen. Dit natuurlijk onder grote hilariteit van de anderen. Aan het eind van de middag komt de bableves (bonensoep) op tafel waarvan flink wordt gesmuld. Daarna wordt alles opgeruimd en in geladen en worden we weer “veilig” thuisgebracht met de bus. Iedereen gaat met een voldaan gevoel weer naar huis. “Volgend jaar weer” is wat we horen. We nemen afscheid van alle deelnemers van dit uitstapje en zwaaien iedereen uit. Moe maar voldaan gaan we vroeg naar bed.
Woensdag 2 mei. Op het programma van vandaag staat Gát. Om half 9 zitten wij dus al bij de nieuwe burgemeester Lókita István op kantoor. Een vooruitstrevende jongeman van 27 jaar die Gát op een hoger niveau wil trekken. Hij is actief bezig om voor de jongeren activiteiten te organiseren zodat zij niet constant in de bar hangen op jonge leeftijd. Door meer gebruik te maken van het Cultuurhuis/Dorpshuis voor volksdanslessen, voor pingpong wedstrijden en het maken van muziek heeft hij al 90 jongeren binnengehaald. Petje af voor deze jonge burgemeester!
Daarna bezoeken we de kleuterschool om de directrice te spreken en ook de middenschool.
Van de directrice daar horen we dat de eindexamens al begonnen zijn vanwege de EK voetbal. Die toelatingsexamens zijn belangrijk voor de eindexamenkandidaten van de middenschool. Door het hele land gebeurt dit omdat ook de eindexamens en toelatingsexamens vervroegd op de universiteiten worden afgenomen Dit gebeurt allemaal om straks de studenten (van de universiteiten) uit hun flat te kunnen zetten om zo de EK toeristen daarin te kunnen huisvesten. Een kromme situatie! We bekijken de locatie waar het kunstgrasveld zal worden aangelegd en gaan daarna eten bij tafeltje-dek-je. De tafel is gedekt in de grote zaal.
Bij de dokterspost nemen we nog even een kijkje om de ramen te bewonderen die nu allemaal vernieuwd zijn. Daarna weer naar ons gastadres voor een gesprek met Zoltán en Irén. Zij zorgen met name voor het reilen en zeilen van het “Tafeltje dekje” in Gát. We sluiten zijn allen de dag af met een maaltijd bij de oud-burgemeester Lörincz Béla.
Donderdag 3 mei. Het is vanmorgen weer vroeg uit de veren om nogmaals naar Nagymuzsaly te vertrekken voor een bezoek aan de kleuterschool, de middenschool en de dokterspost. Op de kleuterschool delen we Lego Duplo uit. De kinderen verdringen zich om in de doos te kijken en zijn zeer verrast welke voorwerpen eruit komen. In de middenschool bekijken we de voltooide projecten. Ook daar is verontwaardiging over de vervroegde eindexamens.
In de dokterspost bekijken we de voltooide fysioruimte en de steriele ruimte die keurig zijn gerenoveerd. Er zijn plannen voor nieuwe projecten die we later nog zullen bespreken.
Om half één rijden we naar Kigyós waar we hartelijk worden ontvangen door Eva, haar zoon Ferry en schoondochter Judith, die zes maanden zwanger is. Een heerlijke lunch staat voor ons klaar waar we na een lange ochtend heel dankbaar voor zijn. Daarna neemt Eva ons mee naar het dorpshuis waar we worden ontvangen door de burgemeester. Hij vertelt ons enthousiast over de eerste ander half jaar die hij nu de burgervader is. Er is in die tijd al veel veranderd. Het dorpshuis is opgeknapt en ook hij onderneemt allerlei activiteiten om jong en oud bij elkaar te brengen en in het dorp te houden. Dat lukt hem goed want normaal trekken de meeste jongeren naar de stad. Hij had ons vorig jaar een wijnproeverij bij hem thuis beloofd en is dat niet vergeten. Zodoende troont hij ons mee naar het huis waar hij met zijn gezin en ouders woont. Zijn vader is wijnboer en heeft al van alles klaar gezet.
Vrijdag 4 mei. Als laatste staan Kisbégány en Balaszér op het programma. We worden in Kisbégány ontvangen door Káti en zij rijdt met ons mee voor een bezoek aan de kleuterschool en de dokterspost. We bekijken en bespreken wart er zoal gedaan kan worden om de inrichting van de gebouwen en omstandigheden te verbeteren.
Bij Kati thuis heeft schoondochter Anita voor een heerlijke lichte lunch gezorgd, die er in gaat als koek.
Dan nemen we afscheid en rijden naar Balaszér waar Vicky ons al staat op te wachten met dochtertje Karina op haar arm. We gaan met Béci naar de kleuterschool waar met een subsidie van de staat een prachtig lokaal is gerealiseerd in de oude bibliotheek. Hierdoor kunnen ze een extra groep huisvesten, alleen is daar het sanitair niet op berekend. Dit zou een mooi project voor het Pastoraal Fonds kunnen zijn. Na een kop koffie met heerlijke lekkernijen keren we terug naar Irén en Zoltán voor ons galgenmaal.
Het zit er weer op voor dit jaar. 5 mei ´s morgens in alle vroegte nemen we afscheid van hen en beginnen aan onze thuisreis. Het is stil in de bus, iedereen heeft zijn eigen gedachten. We hebben weer veel om over na te denken. Op 6 mei rijden we om kwart over drie in de middag Sassenheim weer in.
Opgetekend door Astrid Batenburg
Foto’s: Henk Maat
Nawoord
Toen we de eerste dag Oekraïne binnen reden waren we ons zeer bewust van de veranderingen bij de grens. Later bleek dat dit maar schijn was. Niemand in de plaatsen waar we kwamen was geïnteresseerd in het EK voetbal dat heel ver weg plaatsvindt. Wat wil je, een kaartje kost 400 euro en de meeste mensen verdienen zo’n 100 tot 200 euro in de maand. Het gas is nu zo duur geworden dat veel mensen weer hout zijn gaan stoken. Voor de kinderen die op de kleuterscholen zitten is niet voldoende geld om hen een goede maaltijd, tussen de middag te geven. Ook de contactpersonen vertellen ons zeer droevige verhalen van de mensen die kleding of incontinentiemateriaal krijgen.
Het Pastoraal Fonds is blij dat met hulp van de medewerkers van Kringloopwinkel Op Dreef er veel voor mensen die het niet zo ruim of niets hebben, de kinderen op de scholen en de zieken die naar de dokter moeten, kan helpen. Dat zal voorlopig nog heel erg nodig zijn.