Roemenië 2013
Werkbezoek Pastoraal Fonds aan Roemenië van 29 september tot 6 oktober 2013
Op zaterdagmorgen 28 september wordt de 9-persoons bus gehaald bij het verhuurbedrijf. In de loop van de middag wordt bij Kringloopwinkel Op Dreef deze bus geladen met gereedstaande dozen met spullen voor de dokter in Tileagd, speelgoed voor de kinderen op de kleuterscholen in Tileagd en Bilghez, bloembollen, cadeautjes en stroopwafel voor de contactpersonen, spullen voor het ziekenhuis in Marghita, posters van het Keukenhof en als laatste gaan de koffers van het Pastoraal Fonds erin. Dat zijn: Henk Maat, Jan Lindhout, Astrid Batenburg en Fred de Leeuw. Het is de bedoeling dat de tolk (Iris Réthy) zich in Boedapest bij de leden van het Pastoraal Fonds voegt en de reis verder zal meemaken.
Op zondagmorgen, 29 september, als bijna nog iedereen slaapt vertrekt om 04.00 uur de bus met de passagiers uit Sassenheim. Het weer is goed en we schieten dan ook lekker op voordat we de eerste koffie en thee uit de meegebrachte thermoskannen drinken. Na deze kleine (plas/drink-) pauze rijden we verder. Inmiddels is het ook gaan regenen, wat het rijden niet gemakkelijker maakt.
Na bijna 1275 km te hebben afgelegd arriveren we rond 17:00 uur bij het hotel Paprika Csarda M1 bij de grens in Hongarije. We kunnen vroeg aan tafel en om 08:30, wel erg vroeg, gaan we al naar bed. De volgende ochtend zijn we goed uitgerust en vervolgen onze reis naar Boedapest. Rond 10:15 uur komen op de afgesproken plaats bij de kade aan de Donau aan. Onze tolk Iris Réthy staat al een tijdje te wachten en heeft het ook flink koud gekregen. We stappen aan boord van de Columbus Jazz Boat waar een heerlijk kopje koffie wordt geschonken en we er ook een heerlijk Hongaars gebakje bij nemen. Henk geniet zichtbaar van zijn Esterhazy taart (zes laagjes walnoten). Na deze koffiepauze rijden we dwars door Boedapest naar de M3 richting Debrecen. De reis gaat verder voorspoedig. Bij de Hongaars-Roemeense grens worden de paspoorten gecontroleerd en mogen we onze weg vervolgen. Om ca. 16:00 uur (Roemeense tijd) komen we in Tileagd aan. Edit is thuis en verwelkomt ons hartelijk. Tijdens een glaasje fris komt ook István Szoboszlai (de predikant) binnen en praten nog wat door. We gaan ons daarna installeren op de kamers in het SassenheimHuis. Het ziet er allemaal heel vertrouwd uit, net of we er ook gisteren waren. Nadat alle spullen zijn uitgepakt en we een rondgang door het SassenheimHuis hebben gemaakt gaan we aan tafel. We krijgen van Gizella een heerlijke maaltijd opgediend. Tijdens de maaltijd is vooral István aan het woord.
Hij heeft het over een bosbessenproject. Dit project zou veel geld voor de kerk kunnen opleveren. In een naburige gemeente is er al de nodige ervaring mee. Ook vertelt hij ons over het vernieuwen van het dak van de pastorie dat in het laatste kwartaal van dit jaar moet gaan plaatsvinden. Eindelijk heeft hij geld gekregen van de centrale overheid, dat echter via de Gemeente aan hem wordt uitgekeerd. De Gemeente geeft éénmaal per kwartaal het geld aan belanghebbende en deze zijn dan verplicht het werk in dat kwartaal ook helemaal te voltooien. István brengt ons van allerlei zaken op de hoogte voordat we ons terugtrekken in onze kamers.
De volgende ochtend, dinsdag 1 november, beginnen we met het gesprek met István. Het gesprek doen we met de reeds opgestuurde vragenlijst. Dat gaat heel vlot. Met name wordt gesproken over het tafeltje-dek-je project. Hij vertelt er enthousiast over. Het lijkt een groot succes. Financieel gezien zouden er meer deelnemers moeten komen, maar de huidige keuken is daartoe niet ingericht. Dat zal mogelijk in de toekomst de volgende stap zijn. Het bouwen en inrichten van een heuse keuken. István licht de financiële overzichten toe met betrekking tot de uitgaven van de gelden die de kerk van het Pastoraal Fonds heeft gegeven voor extra diaconale hulp. Ook de besteding van het geld van de inkomsten van de verkoop van kleding wordt ons verteld.
Rond 11:00 uur vertrekken we naar de kleuterschool in Tileagd. We gaan naar een klasje met Hongaarse kinderen. Het valt ons op dat we niet zoals in het verleden in een groot lokaal komen. De reden is dat er nu een scheiding is gemaakt tussen Roemeense en Hongaars sprekende kinderen. In het verleden waren er zo weinig Hongaars sprekende kinderen dat ze in een klas met de Roemeens sprekende kinderen zaten, maar dat is niet meer zo. We delen wat kleine cadeautjes en een zakje snoepgoed uit. Van de schoolleiding is niemand aanwezig, zodat er verder ook niet over eventuele wensen kunnen praten.
We rijden een paar honderd meter door, omdat het regent, naar de Lagere school. Hier worden we ontvangen door de directeur, zijn plaatsvervangend directeur en Edit Szoboszlai die zich met name met projecten binnen de school bezighoudt en ook informatica geeft aan de school. De directeur, die voornamelijk Roemeens spreekt, geeft aan dat hij in vijf minuten de toegestuurde vragen heeft doorgenomen met Edit en de plaatsvervangend directeur. We hoeven dus niet veel te verwachten. Hij vertelt trots dat de kinderen op de school nu een schooluniform dragen. We zijn heel nieuwsgierig en vragen hem of we het ook kunnen zien. Even later komen een meisje en een jongen in het schooluniform binnen. Zij lijken niet erg enthousiast, wij ook niet.
Na het gesprek en een korte rondgang door de school, waarbij we een groot aantal computers zien die de school van de NAVO heeft gekregen, maar dan wel zonder vaste schijf, gaan we enigszins verlaat lunchen in het SassenheimHuis.
Aan het einde van de middag gaan we naar de dokterspost. We hebben heel veel dozen voor de dokter mee. Tevens een aantal loopsteunen (krukken). Het gesprek verloopt heel plezierig en echte wensen heeft zij niet (meer). Zij is heel dankbaar voor de meegebrachte medische artikelen, die zij in de komende tijd weer een plaatsje zal geven in de dokterspost.
Op woensdag 2 oktober vertrekken we om 8:00 uur richting Bilghez. Als we net voorbij Aleşd zijn en de weg door het bos de berg op rijden merken we dat de weg heel slecht wordt. Overal zien we arbeiders bezig met het kappen van bomen en het weggraven van grond naast de weg. Dan wordt de weg plotseling heel goed en is duidelijk nog niet zo lang geleden geasfalteerd. Ook ontbreekt de vangrail niet. We kunnen zo kilometers lang rustig doorrijden. We zijn al na anderhalf uur in Bilghez. Zo snel hebben we de 75 kilometer nog nooit afgelegd. We gaan eerst even naar de kleuterschool die naast de pastorie is. In de klas zitten 12 kinderen en bij de allerkleinsten treffen we 8 kinderen aan. We geven een poppenhuis van Lego Duplo. Als de zak met de Duplo wordt omgekeerd storten de kinderen zich erop. Een prachtig gezicht.
We gaan naar de predikant die István Rusza heet. We worden hartelijk ontvangen en we krijgen koffie en thee. Voordat ons gesprek begint leest István een stuk uit de bijbel. Daarna behandelen we de vragen. Er is weinig nieuws. Er is nog steeds een te kort aan inkomsten bij de kerk. Gelukkig levert de verkoop van kleding nu zoveel op dat een deel van de verplichtingen er mee kan worden betaald. Ook dit jaar heeft het Pastoraal Fonds een extra bedrag uitgetrokken voor diaconale ondersteuning. Het lijkt dit jaar goed besteed te zijn. Nadat István een paar nieuwe projecten heeft laten zien gaan we aan tafel. De tijd dringt want we hebben ook nog een ingelaste afspraak in het ziekenhuis in Marghita dan zo’n 50 km kilometer richting Oradea ligt. We vertrekken enigszins gehaast rond twee uur.
In het ziekenhuis in Marghita (Spitalul Municipal “Dr. Pop Mircea”) worden we opgewacht door de manager van het ziekenhuis (Bradács, Alíz) een Engelse sprekende kinderarts (Szabó, Jószef) en een PR-man (Tȍtȍs, Norbert). De manager begint met het bedanken van het Pastoraal Fonds voor het sturen van allerlei medische artikelen voor het ziekenhuis, Vooral met de Nutrison waren ze heel blij. Ook de andere spullen die afkomstig zijn van ziekenhuizen en apotheken in Nederland zijn ze heel blij. Als we nog meer spullen hebben kunnen we contact met hen opnemen voor nader overleg. Na ons gesprek krijgen we een rondgang door het ziekenhuis. Ogenschijnlijk ziet het er aan de buitenkant heel verzorgd uit, maar eenmaal binnen zien we de grote tegenstellingen op verschillende afdelingen. Op de Kinderafdeling ziet alles er heel netjes en schoon uit, maar op de intensive care is het duidelijk minder. Hier zien we dat de middelen ontbreken om een dergelijke afdeling goed in te richten. Er moet nog heel wat gebeuren.
Als we de rondgang hebben gemaakt wordt een foto gemaakt bij het standbeeld van de oprichter van het ziekenhuis. Nog dezelfde dag staat de foto op Facebook.
De terugreis verloopt niet helemaal naar wens. Het papier waar de routebeschrijving op staat is achtergebleven in het ziekenhuis. We vertrouwen nu maar op de TomTom. Na enige kilometers worden we geconfronteerd op een hele slechte weg. Het is onverantwoord deze weg te nemen. We besluiten daarom maar een omweg van zo’n 40 kilometer te maken. Inmiddels wordt het ook al donker. We komen wat verlaat in Tileagd aan, maar kijken toch terug op een heel goede dag.
Op donderdag 3 oktober gaan we naar Oradea. We bezichtigen de stad waar we elke reis alleen maar doorrijden om in Tileagd te komen. Eerst gaan we naar de vesting van Oradea. Daar aangekomen blijkt een restauratie volop in gang te zijn en we mogen er niet in. Wel maken we een wandeling rondom de indrukwekkende vesting. Daarna wandelen we naar een nieuwe Orthodoxe kerk, die nog niet helemaal af is. Er is een dienst aan de gang, dus kunnen we niet naar binnen. We maken verder een wandeling naar een van oorsprong Griekse kerk, de Maan-kerk. We bekijken het interieur. Het is dan tijd voor een kopje koffie in de Blackeagle.
In de hoofdstraat lijkt alles te zijn verbouwd op een aantal gebouwen na. Het ziet er gezellig uit. We zijn blij met de openbare WIFI zodat alle post op onze telefoons kan worden binnengehaald. Rond 15:00 vertrekken we weer naar Tileagd. We rijden direct door naar Aleşd om de nieuwe directeur, Eva Denes, te ontmoeten.
We worden hartelijk door haar ontvangen en zijn zeer verheugd dat zij Nederlands spreekt (en goed ook). We starten daarom eerst even in het Nederlands en vragen haar na de situatie sinds het plotseling overlijden van dr. Annemarie Sadler, waar het Pastoraal Fonds vele jaren een goed contact mee had. Dr. Annemarie blijkt tijdens een operatie in een ziekenhuis in Debrecen niet meer te zijn bijgekomen, na het optreden van interne complicaties. Ook de echtgenote van dr. Annemarie schuift bij ons aan. Het wordt even een droevig weerzien.
We proberen de draad weer op te pakken en behandelen de vragen. Het beantwoorden gaat heel soepel en ook dit jaar blijken de stookkosten een belangrijk financieel probleem te zijn voor het Kindertehuis. Dat komt vooral omdat goedkope stookolie alleen gehaald kan worden in een plaats die honderden kilometers is verwijderd van Aleşd. Dit wordt dan niet gedaan en men koopt de normale dieselolie die aanzienlijk duurder is. In de komende tijd gaat men nu onderzoeken op welke wijze de verwarmingskosten naar beneden kunnen worden gebracht. Na een korte rondgang gaan we naar Tileagd terug.
Op vrijdag 4 oktober gaan we ’s morgens naar de markt in Tileagd en kijken onze ogen uit. Allerlei zaken zijn er te koop. Het is heel gezellig. Om half een moeten we weer thuis zijn want dan worden de maaltijden van het tafeltje-dek-je gereed gemaakt om weggebracht te worden. Als de bakjes netje zijn gevuld worden de maaltijden in de bus van het Pastoraal Fonds geladen.
We rijden het hele traject mee en delen samen met iemand van de keuken de maaltijden uit. Een heel bijzondere ervaring om zo dicht bij de mensen te komen, die aangewezen zijn om hulp.
’s Middags maken we een wandeling door het dorp. Rond 16:30 uur begint het gesprek met de kerkenraad. Van de kerkenraad zijn alle dames aanwezig en van de heren een deel. Dit komt omdat de mannen nog aan het werk zijn. Het blijkt ook niet de beste tijd te zijn om met hen te overleggen. Toch worden alle vragen van het Pastoraal Fonds netjes beantwoord. We praten met hen ook weer over het Tafeltje-dek-je project. Ze zijn heel tevreden, al wijze ze erop dat er meer kosten zijn dat waarmee is gerekend bij de start van de proef. Allemaal willen ze wel doorgaan. Ook bespreken we de financiën rondom de kledingverkoop en de diaconale ondersteuning. Het blijkt allemaal goed geregeld te zijn.
Het onderhoud van het SassenheimHuis baart echter iedereen zorgen. De kosten die verbonden zijn aan het renoveren van het dak, het balkon bij een van de kamers en het terras vóór het SassenheimHuis zijn erg hoog. We praten daar uitgebreid over. We sluiten de bijeenkomst af door het overhandigen van pakketje met bollen.
Bij de maaltijd ontmoeten we een Hongaarse predikant uit Servië. De Hongaarse bevolking daar blijkt in de zelfde situatie te verkeren als de Hongaarse bevolking in Roemenië en Oekraïne.
We praten daar uitgebreid over. Dan komt István met een presentatie die hij samen met de kinderen van de lagere school heeft gemaakt en daar ook heeft gepresenteerd.
Het gaat over de kenmerkende stigmatiserende dingen in Nederland. Hoe kijkt een buitenlander tegen Nederland aan en wat kunnen je noemen naast fietsen, klompen, kaas e.d. De tekst is in het Roemeense, maar de plaatjes zijn overduidelijk.
We nemen op tijd afscheid, want de volgende ochtend zullen we vroeg vertrekken.
Op zaterdag 5 oktober vertrekken we om 7:00 uur (Roemeense tijd), zodat we om 7:00 uur in Hongarije kunnen zijn. Dat blijkt ook te lukken en we kunnen goed doorrijden. De hele dag verloopt zoals we hadden gehoopt, doorrijden zonder incidenten of files tegen te komen. We zijn dan ook op tijd in onze overnachtingsplaats Velburg. Op zondag 6 oktober vertrekken rond 8:30 uur richting Delft waar we onze tolk weer netjes thuis brengen. Tegen 17:00 uur komen we weer heelhuids in Sassenheim aan.
We kijken voldaan terug op een heel goede reis.
Henk Maat
30 oktober 2013.