Roemenië 2022
Werkbezoek Pastoraal Fonds aan Roemenië van 15 t/m 20 september 2022
’s Ochtends vroeg, het is nog donker, verzamelt de delegatie van het Pastoraal Fonds zich op station Sassenheim. De delegatie die het werkbezoek aan Roemenië zal brengen bestaat uit Rob Gerrits, Jan Lindhout, Henk Maat, Wim Kersbergen en als gast Nico Broekhuizen. Wim heeft op zich genomen een verslag van dit werkbezoek te maken.
De trein rijdt gelukkig, de vakbonden hebben net op tijd een akkoord gesloten met de NS, de stakingen zijn afgelast. Wel zijn er mogelijk lange wachttijden op Schiphol, de beelden van de afgelopen dagen waren niet hoopgevend. Maar het valt reuze mee, binnen een half uur zijn we langs de security check van de handbagage en kunnen we aan de koffie. Daar heb je dan tijd genoeg voor. Ook aan dat wachten komt een eind, instappen en wegvliegen. Even later zie ik Boedapest onder me langs glijden, altijd weer een prachtig gezicht. Jan heeft voor dit groepsreisje een busje gehuurd en daar gaan we.
Vier uur later is het in Roemenië opeens vijf uur later en arriveren we in Tileagd, waar István Szoboszlai ons hartelijk ontvangt. We vinden onderdak in het SassenheimHuis. Voor mij is het de eerste keer, voor anderen een weerzien na korte of lange tijd. Bij de welkomstborrel klinkt
‘Isten hozta’, een mooie spreuk die letterlijk ‘God heeft jullie hierheen geleid’ betekent, maar in het gewone spraakgebruik staat het voor ‘Wees welkom!’. Kennis maken, bijpraten met Edit, István en dochter Boglárka, (zij studeert medicijnen in Tîrgu Mureș), avondeten, de tijd vliegt, de drank vloeit, er wordt fanatiek gekaart en uiteindelijk keert de rust terug.
Vrijdagochtend is iedereen redelijk op tijd wakker. Iedereen heeft zo zijn eigen opmerkingen over de nachtrust, de bedden, het geluid van de drukke weg en de muggen. We worden goed verzorgd door een aantal dames uit het dorp. Hajni is het vaakst aanwezig, zij blijkt later de moeder van de locoburgemeester en de vrouw van de voorzitter van de kerkenraad te zijn. Het officiële gedeelte van de reis begint.
We bezoeken de middenschool in Tileagd en maken kennis met de nieuwe directrice Cornelia.
We zien hoe het natuur/schei/biologie lokaal eruitziet, met name de inhoud van de kasten langs de wanden. Veel lesmateriaal is verouderd en aanvulling ervan is zeer gewenst. Daar zullen we later nog een aanvraag voor financiële ondersteuning voor krijgen. En we zien de sportartikelen die we betaald hebben.
Als extraatje hebben we een gesprek met de burgemeester en locoburgemeester, met die laatste bekijken we ook het cultuurhuis waarvan de renovatie bijna klaar is. István wijst ons hier op de nieuwe infraroodverwarming die hij ook op zijn wensenlijstje heeft staan voor de kerkzaal in het SassenheimHuis.
Voor de middag staat een wandeling in Oradea gepland. Edit en István gaan ook mee en in de stad treffen we Boglárka. Toevallig was ik een aantal jaren gelden ook in deze stad en mij valt op hoeveel er in de tussentijd is opgeknapt, de stad maakt een levendiger indruk dan toen. Een aanrader om nog eens iets langer heen te gaan. István vertelt over de brug waar je vroeger een garas (toen de kleinste munteenheid) moest betalen om over te steken, naar het cultuurparkje aan de overkant daarvan, over beroemde inwoners uit de stad en hij leidt ons (op mijn verzoek) naar een boekwinkel met Hongaarse boeken. Eigenlijk meer een kast in de etalage van een kledingwinkeltje maar ik vind toch iets interessants. Al snel moeten we terug want er wacht een gesprek met dokter Szilágyi in Tileagd. Vanwege een file nemen we een mooie toeristische route met veel bochten en steile gedeeltes. Met dokter Erzsébet en haar zoon András hebben we een goed gesprek. Het woord katheterzakjes geeft even wat verwarring want was dat nu ook alweer in het Hongaars. Na het gesprek gaan we weer terug naar Oradea want we zijn door Erzsébet uitgenodigd voor een diner. Ook haar man György en Edit en István zijn aanwezig en we hebben een bijzonder gezellige avond.
Zaterdag worden we gewekt door de geur van gebakken eieren, wat mij betreft een prima begin van de dag. Vandaag is het jubileum van het Kindertehuis Kajántó Mária in Alesd, maar eerst hebben we nog een officieel gesprek met onze gastheer, ds. Szoboszlai. Omdat we informeel al heel veel met hem besproken hebben is het soms een herhaling van zetten, maar toch is het goed om ook op deze manier even de puntjes op de “i” te zetten.
Daarna dus op naar Alesd waar we nog snel een kopje koffie kunnen drinken voordat de officiële viering van het 25- jarig jubileum van het Kindertehuis in de kerk begint.
De kerk zit bomvol, mooi dat er zoveel mensen gekomen zijn om dit mee te vieren. Het programma is helaas ook vol, heel erg vol. Dat weerhoudt de deken van de kerkprovincie er niet van om te beginnen met een volledige kerkdienst met een lange zware preek. Ruim een uur verder beginnen onder leiding van Julia Balla (de leidinggevende van het Kindertehuis) de feestelijke toespraken.
De zoon van Mária Kajántó brengt een indrukwekkende herinnering aan zijn moeder. Het kindertehuis draagt haar naam, zij heeft het samen met haar man opgericht maar ze overleed voordat het tehuis geopend werd. De deken heeft voor de kinderen cadeautjes meegebracht, er zijn toespraken van medewerkers en oud-medewerkers, gesprekken met oud bewoners van het tehuis, de overledenen werden herdacht en er zijn delegaties uit verschillende landen met felicitaties en geschenken. Leuk om mee te maken, ook wij leveren onze bijdrage met een speech van Rob en Henk en een overhandiging van een cheque. Maar alles bij elkaar duurt het wel heel lang.
Ruim drie uur later is toch de laatste spreker ook uitgesproken en kunnen we de kerk verlaten. Direct moeten we aanschuiven voor de feestelijke maaltijd die al even staat te wachten. Daar hebben we de gelegenheid om met een aantal mensen wat door te praten en kennis te maken met de groep uit Huizen die het kindertehuis ook al jaren ondersteunt. Nog tijdens het eten zijn er al foto’s van het jubileum op Facebook geplaatst door een journalist van de Bihari Napló. Een paar dagen later verschijnt er een artikel in die krant (Bihari Napló) over het feest.
Na de maaltijd houden wij het voor gezien en gaan terug naar Tileagd. Iedereen houdt een poosje rust op zijn eigen manier, ik wandel alleen door het dorp, even wat beweging na al dat stil zitten. Lopend over de begraafplaats waar István die middag nog een gemeentelid had begraven, valt het me op dat op bijna alle graven grote kransen van kunstbloemen liggen of hangen, een gewoonte die ik niet ken vanuit Hongarije.
Bij de avondmaaltijd is ook zoon István junior aanwezig, hij studeert aan de Audi Hungaria Automotive Engineering faculteit in Györ. Het is weer erg gezellig, maar iedereen is moe van de lange dag en István moet zijn preek nog maken voor morgen dus we maken het niet laat.
Zondagochtend hoeven we niet persé vroeg op, maar iedereen is al bijtijds wakker. Hajni verrast ons deze keer met wentelteefjes. Tegen tienen is het tijd om naar de kerk te gaan. Ik bewonder de prachtige fresco’s, restanten van het oorspronkelijke kerkgebouw uit de 14e eeuw. Heel bijzonder en redelijk zeldzaam in Hongarije (waar dit gebied vroeger bij hoorde). Ik heb het alleen in Vizsoly ooit eerder gezien, een dorp in het noordoosten van Hongarije waar lang geleden de eerste Hongaarse bijbel werd gedrukt. De kerk is groot maar niet heel erg vol, ook dat is een bekend fenomeen in gereformeerd Hongarije. De dominee heeft een preek die een stuk beter te verteren is dan de deken gisteren. Hij vergelijkt onder andere het geloof met de staf van een herder waarop je kunt steunen, waarop je het gewicht van je zorgen en verdriet kunt leggen zodat je het niet alleen hoeft te dragen. Het grijpt de zoon van het gisteren begraven gemeentelid aan, hopelijk geeft het hem ook troost. István begroet ook ons en spreekt uit dat hij blij is met de broederschap die hij op deze manier vanuit Sassenheim ervaart.
Na de dienst drinken we koffie met de kerkenraad. Koffiedrinken blijft een oer-Hollandse gewoonte waar Hongaren altijd een beetje onwennig tegen aan kijken. Ook Holden, de locoburgemeester en zoon van de voorzitter van de kerkenraad is aanwezig en hij houdt het gesprek wel op gang met verhalen over zijn tijd in Eindhoven. Na een overheerlijke lunch gaan we met István en Edit even terug naar de kerk om wat foto’s te maken. István vertelt uitgebreid over de fresco’s.
Op één ervan is de legende van Sint-Nicolaas afgebeeld, een verhaal dat niemand van ons ooit eerder had gehoord. Lang geleden leefde er in Myra een oude weduwnaar met drie mooie dochters. De man was echter zeer arm en kon hen niet meer te eten geven. Er zat niet anders op dan zijn oudste dochter te ’verkopen’ aan het bordeel. De Bisschop van Myra hoorde ervan en schoot te hulp. Hij wilde niet dat men wist wie de hulp geboden had en wierp ’s nachts een buidel met geldstukken door het raam. Van dat geld kon de man zijn dochters te eten geven en de oudste fatsoenlijk uithuwelijken. Een jaar later was de nood helaas weer hoog en dreigde de tweede dochter te moeten gaan werken als meisje van plezier, maar ook nu schoot de bisschop te hulp. Er was weer voedsel en er werd een nette man gevonden voor de tweede dochter. Zoals het gaat in legendes: een jaar later sloeg het noodlot weer toe en de derde dochter zou in het bordeel aan het werk moeten. Na de twee eerdere wonderbaarlijke giften hoopte het meisje dat dit lot haar bespaard zou blijven en ze was ook nieuwsgierig naar de identiteit van de gulle gever. Toen ze ’s nachts het raam hoorde rinkelen sprong ze uit bed en zag nog net de bisschopsmantel om de hoek van het huis verdwijnen. Een mooi verhaal dat de basis vormt voor een wijdverbreid kinderfeest en dat dus afgebeeld wordt op een eeuwenoud fresco in de kerk van Tileagd.
Voordat we aan het eind van de middag een gesprek hebben met de kerkenraad maken we eerst een wandeling door het dorp en over de dijk van het kunstmatige stuwmeer in de buurt. Helaas wordt Nico hier gebeten door een hond. Hij kan wel naar huis teruglopen maar gaat later toch even naar het ziekenhuis voor een tetanusprik. In het officiële gesprek praat de kerkenraad ons bij over het wel en wee in de kerk van Tileagd met name over de diaconale activiteiten. Buiten wordt dan alles al klaargezet voor een gezamenlijke barbecue, hoofd-bakmeester Holden bereidt het eten en één van de dames van de kerkenraad heeft een enorme taart gebakken. Het is wel lekker weer maar toch al bijna oktober dus we eten aan een grote tafel in de kerkzaal van het SassenheimHuis. Er is ruim voldoende eten en drinken en de stemming zit er goed in. Later klinken nog Hongaarse en vooral Nederlandse liedjes. De avond voelt een beetje als een afscheid maar morgen mogen we nog naar Bilghez, dus niet al te laat zoekt iedereen zijn bed weer op.
Het lukt iedereen weer om maandagochtend op tijd op te staan en na het ontbijt vertrekken we richting Bilghez. Het is zo’n anderhalf uur rijden door een prachtig, maar zeer bochtig berggebied.
We horen al de hele reis een van de remmen een beetje schuren en soms blijft hij een beetje hangen, de weg naar Bilghez is dus niet helemaal volledig ontspannen, maar we komen heelhuids aan bij ds. István Ruzsa. Een heel andere persoonlijkheid dan zijn collega uit Tileagd. Hij heeft een zware tijd achter de rug door ziekte van zichzelf en zijn vrouw en helaas ook nog voor de boeg. We hebben een goed gesprek met hem, waarbij hij de wens uitspreekt om schoenen, dekens en kaarsen mee te geven met het eerstvolgende transport van hulpgoederen. Zijn vrouw is die dag voor onderzoek naar het ziekenhuis in Oradea.
Na een heel kort bezoek aan de kerk, die helaas gesloten blijkt te zijn, gaan we lunchen met
Ds. Ruzsa en de voorzitter van zijn kerkenraad in een restaurant in het nabijgelegen Nușfalău.
Na de lunch rijden we nog even terug naar Bilghez en bekijken het huis waar Nico 17 jaar heeft gewoond. Op dat moment komt het genoemde kerkenraadslid ook net aan. Het blijkt dat zijn zoon nu in dat huis woont en we worden binnengevraagd. Zo heeft Nico ook de gelegenheid om nog even in de tuin en de wijnkelder te kijken. Tijd voor een drankje hebben we niet want Julia wacht ons op in het Kindertehuis in Alesd.
We kronkelen weer over de 87 haarspeldbochten terug, de remmen blijven goed werken, en precies op tijd arriveren we bij het kindertehuis. Julia Balla kijkt moe maar tevreden terug op de viering van het jubileum afgelopen zaterdag. Het financiële beeld dat ze tijdens het gesprek schetst is niet rooskleurig, dat geeft stof tot nadenken en verder intern overleg. Laat in de middag arriveren we weer in Tileagd waar we nog een gezellige avondmaaltijd hebben met Edit en vader en zoon István.
Dinsdagochtend is iedereen al heel vroeg wakker. Een half uur eerder dan gepland zitten we al aan het ontbijt. Dat geeft de gelegenheid om op tijd te vertrekken, we moeten immers nog vier uur rijden en wie weet wat je aan vertraging tegenkomt. Dat valt allemaal reuze mee, we worden, net als op de heenweg wel bij de Roemeens-Hongaarse grens door de douane gecontroleerd maar kunnen snel verder. We genieten nog even van het Hongaarse landschap en het mooie weer en dan zijn we alweer op Ferihegy-2, ofwel luchthaven Liszt Ferenc in Boedapest. Jan praat nog een deel van de huurprijs van de bus af vanwege de slechte remmen en dan is het vooral wachten tot we kunnen vertrekken. Alles gaat zeer voorspoedig en tegen het eind van de middag kunnen we in Sassenheim terugkijken op een mooi bezoek aan onze zustergemeente in Tileagd.
Opgesteld door Wim Kersbergen
oktober 2022