Oekraïne 2019
Werkbezoek Pastoraal Fonds aan Oekraïne van 25 april t/m 4 mei 2019
Dit jaar gaan Bram Hofland en Rob Gerrits voor het eerst mee naar Oekraïne. Bram is augustus 2018 gevraagd of hij mee wil helpen in het Pastoraal Fonds. Zijn functie betreft het verzorgen van de correspondentie rond de aanvragen om financiële ondersteuning van projecten in Roemenië en Oekraïne. Dat wil zeggen: om de aanvragen voor financiële ondersteuning, die in het Hongaars binnenkomen te laten vertalen door Mária Beuving, die de vaste vertaalster/tolk is van het Pastoraal Fonds. Nadat alles is vertaald deze verder te verdelen onder de leden van het Pastoraal Fonds. Bram is in september 2018 mee gaan draaien met de maandelijkse vergaderingen. Rob is door Jan Lindhout, langs de lijn van het voetbalveld (Ter Leede), gevraagd om bij het Pastoraal Fonds te komen.
Na een oriënterend gesprek en een gesprek met de andere leden van het Pastoraal Fonds is Rob gevraagd zich aan te sluiten bij het Pastoraal Fonds, waar hij positief op reageerde. Bram en Rob doen verslag van het werkbezoek van het Pastoraal Fonds aan Oekraïne in 2019.
Eén van de taken van het Pastoraal Fonds is, het jaarlijks bezoeken van de dorpen welke liggen in de Oekraïne en Roemenië. De dorpen in Oekraïne worden in het voorjaar bezocht en de drie dorpen in Roemenië in het najaar. Nu is de reis naar Oekraïne aan de beurt. In Oekraïne zullen zes dorpen worden bezocht. Hiervan heeft het dorp Gát de meeste inwoners, ongeveer 4000 en is ook de uitvalbasis voor alle bezoeken.
In Gát zijn de leden van het Pastoraal Fonds al meer dan 20 jaar te gast bij de contactpersonen Zoltán en Irén. Dit keer zijn we met vijf van de zes leden van het Pastoraal Fonds t.w.: Henk Maat, Jan Lindhout, Ina van Laar, Bram Hofland en Rob Gerrits. Ook gaat Mária Beuving mee ons tolk/vertaalster. Voor haar het 10e jaar!
Teunis Buursema die sinds kort ook deel uitmaakt van het Pastoraal Fonds is verhinderd. Tijdens de bezoeken aan Oekraïne en Roemenië wordt de voortgang van de projecten, waaraan het Pastoraal Fonds bijdraagt, bekeken en besproken. Een groot deel van de hulp in Oekraïne bestaat uit de bekostiging van projecten in kleuter- en middenscholen, doktersposten en twee tafeltje-dek-je projecten én financiële ondersteuning in de vorm van diaconale hulp aan de allerarmsten in de dorpen. Een belangrijk onderdeel vormen ook de kledingtransporten die gemiddeld 3 – 4 maal per jaar plaatsvinden vanuit Sassenheim.
De dorpen liggen in Transkarpatië wat gelegen is aan de zuidwest kant van Oekraïne tegen de Hongaarse grens aan. De taal die daar gesproken wordt, is Hongaars. Onlangs is een nieuwe taalwet ingevoerd wat inhoudt dat Oekraïens de voertaal wordt voor het hele land. In het gebied waar wij komen mag dan alleen nog thuis en in de kerk Hongaars worden gesproken. Oekraïens is voor de Hongaarstalige een moeilijke taal om te leren daar Hongaars een aparte taalgroep vormt ten opzichte van Oekraïens wat een Slavische taal is, net als Russisch.
We vertrekken donderdag 24 april vroeg in de ochtend, om 4.00 uur. Eerst halen we Mária in Druten op. We zijn in de gelukkige omstandigheid dat er vier chauffeurs zijn, zodat we elkaar na zo’n twee uur rijden, tijdens de pauzes, kunnen aflossen. De heenreis van ca. 1800 km duurt twee dagen, waarbij we op de eerste dag net over de Oostenrijkse grens met Hongarije overnachten. Op de tweede dag komen we bij de grens met Oekraïne aan, waarbij we eerst aan de Hongaarse kant drie uur moeten wachten voordat we aan de beurt zijn. Verderop bij de Oekraïense overgang gaat het soepel en kunnen we praktisch gelijk doorrijden. We merken gelijk dat de wegen aanmerkelijk minder onderhouden zijn, veel meer gaten dan we gewend zijn. Na de grens is het nog 20 minuten rijden naar ons verblijfadres bij onze contactpersonen in Gát. Hier worden we aan het eind van de middag hartelijk verwelkomd. Hier is ook het slaapadres van de mannen. De dames slapen bij het gezin van hun zoon, een straat verder, Zoltán jr. en Rita.
Op zaterdag 27 april, onze eerste dag in Oekraïne, ontmoeten wij alle contactpersonen uit de zes dorpen. Zij hebben ons uitgenodigd op een mooie locatie. Met eigen auto’s worden wij daarheen gereden, Zelf zien de contactpersonen elkaar alleen bij het ophalen van kleding van de kledingtransporten en bij het jaarlijkse bezoek van het Pastoraal Fonds.
We worden aan iedereen voorgesteld en weten meteen welke personen bij welk dorp horen. Dit heeft als voordeel dat we bij het bezoeken van de dorpen de mensen al een beetje kennen. We worden verrast door een picknick, waarbij boven open vuur spek aan spiesen wordt gebraden. De druppels vet, die daarvan af komen moeten we opvangen op plakken brood. Het gebakken spek wordt gesneden en als beleg op het brood gedaan. Verder zijn er tomaten, komkommer, augurken, gefrituurde aardappelen, gebraden kip en ham. Na de picknick maken we een wandeling door de wijngaard. Boven op de berg hebben we uitzicht op de goudmijn die echter buiten gebruik is. Maar er zijn de plannen om deze weer in ere te herstellen.
Na de wandeling krijgen Henk en Ina een spade mee om ieder als herinnering een boompje te planten, daar zij voor het laatst mee zijn met de reis naar Oekraïne.
De dag wordt afgesloten met een gezamenlijk maal in een restaurant, waarbij alle contactpersonen een door Henk gemaakt fotoboek krijgen aangeboden.
De foto’s geven een indruk van de gemeenschappelijke dagen van 2002 tot en met 2018. De contactpersonen waarderen dit zeer en verdiepen zich meteen in de fotoboeken. Ook zij hebben een dankwoord en overhandigen presentjes aan Henk en Ina.
Op zondag gaan we ’s morgens naar de kerk in Gát. Tijdens de dienst spreekt Henk namens het Pastoraal Fonds een dankwoord uit voor de Gemeente. We luisteren naar een koor, dat prachtig zingt
Na de dienst volgt een gesprek met de Diaconale werkgroep van de kerk. Dit vindt plaats in de kerk omdat de pastorie verbouwd wordt. De te stellen vragen hebben de leden al van tevoren ontvangen, zodat ze zich al konden voorbereiden op het gesprek. Na de bijeenkomst brengen we nog een bezoek aan de in pastorie, waarin duidelijk te zien is dat er werkzaamheden plaatsvinden. Tussen neus en lippen door wordt gevraagd of het Pastoraal Fonds ook een bijdrage kan leveren aan deze verbouwing.
’s-Middags bespreken we met Zoltán en Irén de toegestuurde vragen.
Op maandag 29 april gaan we naar Nagymuzsaly. We halen eerst onze contactpersonen Marianna en haar man Imre op en gaan meteen door naar de kleuterschool. De directrice, die ons al staat op te wachten, vertelt ons over de uitbreiding van de school. Er wordt een nieuw lokaal aangebouwd met financiële hulp uit Hongarije. Er is namelijk een Hongaarse instantie in Oekraïne, die grote verbouwingsprojecten subsidieert in Hongaarstalige dorpen in Oekraïne. Helaas staat het zomerpaviljoen vol met bouwspullen zodat we het interieur niet goed kunnen bekijken. We brengen vervolgens (wat altijd wel wordt gedaan) geen bezoek aan de dokterspost omdat daar nog geen nieuwe dokter is en de zaken ook kunnen bespreken met de contactpersoon.
We rijden direct door naar de middenschool. We treffen daar ook de directrice van de kleuterschool aan. De directrice van de kleuterschool vertelt ons dat ze tijdelijk twee lokalen heeft in de middenschool. We kijken naar een ruimte waar heel veel bedjes zijn neergezet voor de kinderen om er tussen de middag te slapen. Vervolgens neemt de directrice van de middenschool het stokje over en leidt ons rond door een verlaten school, omdat de kinderen nog vakantie hebben. Hier horen wij dat er het laatste jaar in de eerste twee klassen een nieuwe onderwijsmethode is ingevoerd, waarbij de kinderen meer spelenderwijs leren. Ook brengen we een bezoek aan de lerarenkamer, die is opgeknapt met geld van het Pastoraal Fonds. Andere projecten die gerealiseerd zijn in het afgelopen jaar zijn een taalkamp, de aanschaf van een motormaaier en een koelkast én het leggen van een nieuwe vloeren in twee klaslokalen. Aan het einde van de ochtend is er een gesprek met Marianna en Imre over de voortgang van de projecten in het dorp. Onder andere wordt gesproken over de verhoging van de diaconale gelden. Deze verhoging is dankbaar aanvaard. Zij kan nu meer mensen helpen. Ook de steun aan twee studenten zal worden voortgezet gezien de positieve studieresultaten. Er wordt positief gereageerd op de vraag of wij het binnenkort schoolmeubilair kunnen sturen naar de school in Nagymuzsaly.
’s-Middags rijden we naar Kigyós, waar we ontvangen worden door Eva en haar zoon Feri. Eerst gaan we naar de kerk die boven op een heuvel ligt. Hier worden we ontvangen door een koortje, de dominee en de directrice van de kleuterschool die ook deel uitmaken van het koortje. Na afloop lopen we naar beneden over het mooie pad, dat dankzij het Pastoraal Fonds is aangelegd, naar het Parochiehuis. Daar krijgen wij wat te drinken alvorens verder te gaan naar de kleuterschool. Achter de kleuterschool ligt een groot grasveld waar het paviljoen staat dat vorig jaar is gebouwd. Er staan ook wat speelwerktuigen, maar die zijn aan een opknapbeurt toe en mogelijk kan met hulp van het Pastoraal Fonds ook de glijbaan worden vervangen. Na het bezoek aan de kleuterschool worden we verrast door een dansuitvoering in het dorpshuis. Aansluitend hebben we het gebruikelijk gesprek met Eva en Feri bij hen thuis. Ook in Kigyós worden studenten financieel ondersteund.
Dinsdag 30 april volgt ons bezoek aan Balazsér. Eerst gaan we echter naar de Middenschool die in Janosi staat. Bij de school wacht onze contactpersoon Béla ons op. In de school worden we ontvangen door de directrice van school. Zij leidt ons rond en laat ons de grote eetzaal zien die ook voor conferenties gebruikt wordt. Deze is onlangs opgeknapt met steun van het Pastoraal Fonds en ziet er erg mooi uit.
Verder krijgen wij de sportzaal te zien. Hier horen wij dat hiervoor nog wat wensen zijn, zoals opknappen van de muur en vloer en natuurlijk ook sportattributen. Na de rondgang vertrekken we naar de kleuterschool in Balazsér.
Op het grote speelterrein achter de school zien we twee paviljoens. Een van de paviljoens is pas gemaakt met hulp van het Pastoraal Fonds. Daar hoorden we ook dat de kleuterschool mogelijk wordt uitgebreid met een grote zaal, waar de kinderen kunnen dansen.
De subsidie is echter nog niet toegekend.
Na het gesprek en een heerlijke maaltijd gaan we ’s-middags naar Kisbégány. Hier halen we onze contactpersoon Kati en haar man István bij hun huis op en rijden direct door naar de kleuterschool
De plaatsvervangend directrice leidt ons rond door de school en de slaapvertrekken waar ze een deel van de dag slapen. ’s Avonds zijn de kinderen gewoon thuis. Na de kleuterschool bezoeken we de dokterspost. De dokter is niet aanwezig daar hij in meerdere dorpen een praktijk heeft. Hier heeft het Pastoraal Fonds geholpen met het opknappen van de vloer in de gang. Zij zijn er erg blij mee. Graag willen ze een nieuwe aanvraag indienen voor een fiets voor een van de verpleegkundige. Na de bezoeken zijn we naar Kati‘s huis gegaan. Wij bespreken de al toegestuurde vragen over de lopende projecten en mogelijk nieuwe aanvragen en hebben aansluitend een hapje gegeten.
Woensdag 1 mei gaan eerst naar de kleuterschool in Nagybégány. Kati is hier ook contactpersoon voor. Alleen de kleuterschool in Nagybégány wordt door het Pastoraal Fonds ondersteund. In de keuken van de school is met hulp van het Pastoraal Fonds nieuw keukenmeubilair geplaatst en een magnetron en de nodige potten en pannen aangeschaft.
In januari is een aanvraag ontvangen voor nieuwe kledingkasten met ervoor lage bankjes. We krijgen nu meteen een goed beeld van hetgeen ze bedoelen met de aanvraag.
Na dit bezoek gaan we naar het volgende dorp van die dag: Csonkapapi. Hier zullen we onze contactpersonen Zoltán en zijn vrouw Angela ontmoetten.
We gaan eerst naar de kleuterschool, waar de kinderen ondanks de vakantie, gevraagd zijn om te komen en een uitvoering voor ons te geven. Ook zijn enkele kleuterleidsters aanwezig. Er worden liedjes gezongen en dansjes uitgevoerd. Bij de school is een nieuwe hout- en vuilnisopslag gerealiseerd gefinancierd door het Pastoraal Fonds. Zoltán laat ook het ketelhuis zien, dat nu in de kleuterschool is gesitueerd. Graag willen ze dat het ketelhuis wordt verplaatst naar buiten de school. Bijkomend voordeel is, dat stokers, die het hout in de ketel moeten doen, kunnen worden aangenomen en worden betaald door de overheid.
Graag willen ze ook een oud paviljoen vervangen door een nieuw paviljoen. Het voordeel zou dan zijn dat ze het nieuwe paviljoen op een andere plaats kan worden gebouwd en zo meer ruimte kan worden gecreëerd voor de aanvoer van hout voor de kachel en afvoer van afval. Direct er opvolgend zijn we naar de dokterspost gereden.
Van de kleuterschool gaan we eerst naar de dokterspost. Bij de dokterspost worden ontvangen door dokter Janos, zijn vrouw en een assistente. Hij laat ons de watervoorziening zien dat met het geld van het Pastoraal Fonds was aangelegd. De dokter wil ook graag een betegeld pad naar de toiletruimte die achter in de tuin is gesitueerd. Het pad is nu bij regen een onbegaanbaar pad was. Ook verteld de dokter dat hij de opgestuurde medische artikelen goed gebruiken, in principe alles.
De lunch wordt in de “Keuken van Hoop en Liefde” gebruikt. Hier wordt dagelijks voor 32 personen een maaltijd bereid en ook thuisbezorgd Het zgn. Tafeltje Dekje project, wordt gefinancierd door het Pastoraal Fonds. In de middag volgt het gesprek met Zoltán.
Donderdag 2 mei staat het bezoek aan de burgemeester van Gát, István Lókita, op het programma. We hebben afgesproken bij het Mortuarium op de begraafplaats. Dit is een meerjaren project van het Pastoraal Fonds. Het is momenteel bijna afgebouwd. Het gebouw met airco en binneninrichting is ook bijna af. Buiten zijn werklui ons bezoek nog het vloertegels aan het leggen. Van dit project worden we regelmatig met foto’s op de hoogte gehouden. Wat al af is ziet er mooi uit. De verwachting is dat het komende zomer opgeleverd kan worden.
Na dit bezoek gaan we naar het gemeentehuis, waar het gesprek volgt met de burgemeester. Hij vertelt hier ook iets over het project van de kleding van de Burgerwacht die kon worden gekocht met geld van het Pastoraal Fonds. Daar zijn en ze erg blij mee. De Burgerwacht die er nog niet zo lang is heeft ervoor gezorgd dat het aantal inbraken tot nul is gedaald. Voor de winter zouden ze graag opnieuw een aanvraag willen indienen voor winterkleding.
De voetbalsport staat hoog in het vaandel van de burgemeester. Hij vertelt over de verschillende toernooien die worden gehouden. Hij is dan ook heel blij met de opgestuurde sportkleding van voetbalclubs.
Na dit bezoek gaan we lopend naar de kleuterschool. Er zijn gelukkig leerlingen op de school aanwezig. Door de leerlingen van de hoogste groep wordt een uitvoering voor ons verzorgd dat ze ingestudeerd hebben voor a.s. moederdag.
Omdat de directrice, afwezig is worden de vragen met de burgemeester besproken. Nieuwe aanvragen worden bekeken, zoals het opknappen van lokalen en het aanbrengen van buitenisolatie (dak en muren). Dit laatste project is echter heel groot en duur.
De volgende wandeling is naar de Middenschool met 333 leerlingen, waar de directrice Erika ons opwacht. Zij laat direct de opgeknapte betegelde vloer in de gang zien. Met haar bespreken we o.a. de staat van de vloeren in verschillende klaslokalen. Zij laat ons zien dat bij sommige klaslokalen de houten vloer in een zeer slechte conditie is.
Na deze rondleiding gebruiken we de lunch van tafeltje-dek-je. De keuken hiervan bevindt zich in de Middenschool.
Verder wordt deze middag ingevuld door een bezoek aan het Medisch Centrum van dokter Olga Bak. Dit Centrum is voor een zeer groot gedeelte door het Pastoraal Fonds opgeknapt. Het afgelopen jaar is het verder opgeknapt door de Hongaarse overheid. In de middag wordt alvast de auto geladen om de volgende morgen vroeg te kunnen vertrekken. De dag wordt afgesloten met een gezellig samenzijn tijdens het avondeten met onze contactpersonen Zoltán, Irén en hun zoon Zoltán jr.
Op vrijdag 3 mei vertrekken we in alle vroegte uit Gát. Om 05.30 uur bereiken we de grens met Hongarije.
Er blijkt echter niemand over de grens te gaan. Het oponthoud wordt veroorzaakt door een computerstoring bij de Hongaarse grens. Om 17.00 uur mogen we uiteindelijk na ruim 11,5 uur te hebben stilgestaan over de grens met Hongarije. Tijdens het wachten krijgen we onverwachts bezoek van onze contactpersoon Béla uit Balazsér. Hij brengt ons warme soep en brood. Door het oponthoud bij de grens moeten we het reisschema aanpassen. We rijden tot ’s avonds laat door en bereiken net voor middernacht de Oostenrijkse grens. Gelukkig kunnen we in hetzelfde hotel als op de heenweg overnachten als op de heenweg. Dit hotel ligt namelijk net vóór de Oostenrijkse grens. Na een goede nachtrust en een heerlijk ontbijt rijden richting Nederland. Na een tussenstop in Druten, waarbij wij Mária thuisbrengen, rijden we door naar Sassenheim waar we ongeveer om 22.00 uur aankomen.
Rob Gerrits en Bram Hofland
mei 2019