Oekraïne 2013

Oekraïne 2013

Werkbezoek Pastoraal Fonds aan Oekraïne van 2 mei t/m 11 mei 2013

Op donderdagmorgen 2 mei vertrekt om 04.00 uur de delegatie van het Pastoraal Fonds, bestaande uit Henk Maat, Jan Lindhout, Astrid Batenburg, Marja Mantel en Fred de Leeuw en als gast Nico Broekhuizen naar Druten om daar onze tolk Mária Beuving – Jonas op te halen. Vervolgens rijden we door naar Gát in Oekraïne. Fred de Leeuw, die deze reis voor het eerst meemaakt zal het verslag van dit werkbezoek maken. Hieronder leest u zijn impressie van deze reis.

In twee dagen naar Oekraïne en dan ongeveer 1800 km rijden is niet niks en dat geeft ook een behoorlijke verantwoording aan de chauffeurs van de gehuurde 9-persoonsbus. De reis is lang en dan kan het ook nog gebeuren dat er een flink oponthoud ontstaat bij de grens Hongarije-Oekraïne. Gelukkig kunnen wij in driekwartier de grens oversteken en komen ongehinderd het land binnen.
Dan zie je en voel je direct dat je op zeer slechte wegen rijdt. Waarbij je kunt vaststellen dat alleen de doorgaande wegen nog enigszins redelijk zijn. De zijstraten zien er veel slechter uit. Ook de grote flatgebouwen zien er somber uit en kunnen zeker wel een opknapbeurt gebruiken.
De ontvangst bij Zolli en Irén, de contactpersonen in Gát, is buitengewoon gastvrij, hartelijk en zeer vriendelijk. De drie vrouwen Marja, Astrid en Mária blijven bij Zolli en Irén slapen en de mannen Nico, Henk, Jan en ik gaan naar het vaste logeeradres bij József, ook in Gát.
Het valt niet mee om met twee snurkende mannen op één kamer te moeten slapen, maar ook dat went na enige dagen. Wat ook went zijn de toilethokjes (poepdozen) die bij iedereen achterin de tuin staan.
Op zaterdag hebben de contactpersonen een gezamenlijke dag op touw gezet en dat betekent dat we met z’n allen in een oud personenbusje naar een openluchtmuseum in Uzhgorod (Oekraïens) /Ungvár (Hongaars) gaan.

Maar voordat we het museum gaan bezoeken moet er eerst gezamenlijk gegeten worden in het busje. Dat valt niet mee als je naast een gigantische Oekraïense “Hamburger ”ook nog minstens één glas zelf gebrouwen “wijn (bor)” aangereikt krijgt. Aan het einde van de dag is nog een verrassing gepland. We gaan met het hele gezelschap naar een restaurant met als reden dat de Oekraïense contactpersoenen afscheid willen nemen van Nico Broekhuizen. Dit is zijn laatste reis. We zingen tijdens de maaltijd volop zowel Hollandse en Oekraïense liedjes. Het is een hele gezellige dag geweest.
Zondagmorgen gaan we naar de Reformatorische kerk in Gát. Er worden vóórdat de dienst begint door de dames/vrouwen liederen gezongen uit het liedboek. Aan het begin van de dienst worden twee kinderen gedoopt. Na de doop verlaten zowel de doopouders, de kinderen en andere familieleden van de dopelingen de kerk. Aan het einde van de dienst worden door de kinderen liederen gezongen, want het is Moederdag. Na afloop hebben we het eerste gesprek van dit werkbezoek, nl. met de diaconale werkgroep van de Reformatorische kerk. Het gaat o.a. over de verdeling van de voedselpakketten dat zij kunnen doen met de financiële hulp van het Pastoraal Fonds. Na dit gesprek volgen de volgende dagen nog vele gesprekken in nog zes andere plaatsen met o.a. directeuren van scholen, doctoren en kleuterleidsters. Daarbij zijn onze contactpersonen van de diverse dorpen steeds aanwezig. Aan de hand van een uitgebreide vragenlijst worden de gesprekken gevoerd. Henk doet hierbij het woord en via onze tolk Mária wordt alles netjes in het Hongaars vertaald. Het antwoord is na vertaling gelukkig in het Nederlands, want de Hongaarse taal ben ik niet machtig.
In de kleuterschool van Csonkapapi is ook één van de “tafeltje-dek- je“projecten ondergebracht en het is een bijzondere belevenis om dit mee te maken. Bij het rondbrengen van de maaltijd kom ik bij erg hulpbehoevende mensen direct aan de deur of wordt binnen uitgenodigd. De dankbaarheid is groot.
Ook gaan we de Oost-Europa Zending langs om te praten over de moeilijke situatie van de transporten. Hij vertelt dat van de 150 transportladingen er maar twee per dag worden vrijgegeven door de douane. Ook vanuit Sassenheim staat er nog één bij de douane te wachten voor vrijgave.
De projecten, waarvoor het Pastoraal Fonds haar financiële steun vorig jaar al heeft toegezegd, gaan we nu bekijken hoe ze zijn uitgevoerd. Gezegd kan worden, dat er heel veel is gedaan en dat de afwerking meestal heel keurig is.
In Nagymuzsaly kom ik in de middelbare school in een geheel gerenoveerde toneelzaal met nieuwe stoelen. Er is zelfs een doorgang gemaakt naar ruimtes achter het toneel, zodat je je kunt omkleden. Dit is een schrille tegenstelling met wat ik te zien krijg als bibliotheek van deze ruim vierhonderd kinderen tellende school. Geen wonder dat ze aan het Pastoraal Fonds vragen om financiële hulp. 
In Balazsér ga we met de contactpersoon naar de kleuterschool. Helaas zijn er geen kinderen, maar ik krijg wel de gerenoveerde toiletten en slaapruimten te zien. Alles is met frisse kleuren geschilderd en ziet er heel netjes uit.
Op donderdagmiddag is onze laatste gesprek met István Lókita, de Burgemeester van Gát. De Burgemeester geeft uitleg over de verlichting in het dorp en de reden waarom niet alle lantaarnpalen aan zijn. Hij vertelt dat de Gemeente de lantaarnpaal en de elektriciteit betaalt, maar dat de lampen door de dorpelingen moeten worden betaald. Die moeten ook zelf de lamp indraaien.
Op vrijdagmorgen vroeg nemen we afscheid van József en bedanken hem hartelijk voor het logeren en de gezellige avonden bij hem, waar we door middel van gebaren en een woordenboek toch met elkaar hebben kunnen communiceren. Daarna gaan we de dames ophalen bij Zolli en Irén en vertrekken voor de eerste etappe richting huis. Het is voor iedereen een heerlijkheid om weer eens normaal te kunnen douchen in het hotel in Velburg (Duitsland).
Zaterdagmorgen na een prima ontbijt rijden we eerst naar Druten om Mária af te zetten en om half vijf rijden we heelhuids Sassenheim binnen.
Wij kijken dankbaar terug op tien waardevolle dagen.

Nawoord
De meeste leden van het Pastoraal Fonds zijn al meerdere keren naar Oekraïne geweest en vragen zich bij elke reis weer af of de inspanningen van het Pastoraal Fonds veranderingen c.q. verbeteringen te weeg brengen. Dat blijkt inderdaad het geval, echter…….
De projecten die met de financiële hulp van het Pastoraal Fonds zijn uitgevoerd onderscheiden zich namelijk van nog bestaande situaties in (kleuter- en middelbare) scholen en artsenposten. Dit komt omdat de Oekraïense overheid (plaatselijk en landelijk) geen geld ter beschikking stelt, zelfs niet voor eenvoudige verbeteringen. Het lijkt erop dat het Pastoraal Fonds nog een van de weinige organisaties is waar iets van te verwachten valt.

En dan niet te vergeten de allerarmsten mensen, die gebruiken maken van de diaconale hulp in de vorm van tafeltje-dek-je, voedselpakketten en de transporten met kleding (hulpgoederen).

Het Pastoraal Fonds is dan ook zeer verheugd dat de mensen in Oekraïne ondersteund kunnen worden  omdat de vrijwilligers van Kringloopwinkel Op Dreef zich wekelijks inspannen om het benodigde geld bijeen te brengen.

Henk Maat
Voorzitter Pastoraal Fonds