Oekraïne 2024
Werkbezoek Pastoraal Fonds aan Oekraïne van 4 t/m 12 mei 2024
Op zaterdag 4 mei vertrekken we, de delegatie van het Pastoraal Fonds bestaande uit Rob Gerrits (voorzitter), Jan Lindhout (penningmeester) en Wim Kersbergen (lid en tolk), naar Oekraïne. We vliegen eerst van Schiphol naar Budapest en reizen de volgende dag, zondag 5 mei, per trein verder naar Nyíregyháza, in het oosten van Hongarije.
Daar worden we opgehaald door drie contactpersonen nl. Sohaj Kati, haar echtgenoot Sohaj István en Péter Zoltán). (N.B. in het Hongaars wordt de achternaam eerst genoemd). Met het busje zijn we met een uurtje bij de grens met Oekraïne, grensovergang Barabás. Wat ons in voorgaande jaren niet eerder is overkomen, dat we met een halfuur zowel de Hongaarse alsook de Oekraïense grens passeren! Daarna rijden we nog in een half uurtje naar onze verblijfadres in Gát bij Bak Irén. Hier worden we warm onthaald door Irén, dochter Márika, kleindochter Anita en achterkleinkind Maxim. Ook Zoltán de zoon van Irén is aanwezig. De echtgenoot van Irén, Bak Zoltán, is helaas in december jl. overleden.
Tijdens de rit door Oekraïne valt ons direct op, dat op een aantal plaatsen langs de weg controleposten van het leger zijn. Hier wordt gecontroleerd of er geen mannen/jongens in de auto zitten die eigenlijk naar het front zouden moeten om tegen Rusland te vechten. Bak Zoltán jr. (50 jaar) moet eigenlijk ook in het leger dienen, maar hij houdt zich zoveel mogelijk schuil. Per slot van rekening heeft hij een winkel te runnen en daarbij nog 10 ha. Grond te bewerken, waar hij graan en aardappelen verbouwt.
Tijdens de maaltijd wordt er volop over de oorlogssituatie gesproken. We horen o.a. dat een vriend van Zoltán wel is gemobiliseerd, maar helaas ook aan het front is omgekomen. Ook, vertelt Zoltán, dat er soldaten waren, die twee jaar geleden zijn gesneuveld en nu ze zijn geïdentificeerd, pas thuiskwamen. De familie heeft dus twee jaar in onzekerheid geleefd. We kunnen ons de angst en onzekerheid waarin hun families hebben geleefd en nog leven, nauwelijks voorstellen.
Inmiddels horen we dat er hard in de kelder van het huis wordt gewerkt, want de watervoorziening werkt niet. Bijna de hele avond is men hiermee bezig, maar het lukt uiteindelijk toch niet, waardoor we ons moeten wassen met (koud) water uit een grote fles. We nemen dit kleine ongemak voor lief en op maandag zal er verder worden gewerkt om de watervoorziening weer aan de praat te krijgen. ’s Morgens vindt men buiten in de put de oorzaak van de waterstoring en even later kunnen we weer over schoon water beschikken.
Op maandag 6 mei staat ons een vol programma in Gát te wachten: een bezoek aan de kleuterschool, de Middenschool en de keuken van tafeltje-dek-je. Na de middag een gesprek met dominee Szilagyi Károly en een bezoek aan de Roma-kleuterschool. Als we voorstellen om te gaan wandelen wordt dit ons ten stelligste afgeraden. Men zou ons kunnen zien als ambtenaren incognito en dat zou de bewoners alleen maar afschrikken en dus brengt Irén ons met de auto naar de bestemmingen.
De scholen blijken echter vandaag dicht te zijn, omdat op deze scholen 2e Paasdag wordt gevierd en de kinderen daarom vrij zijn. Vreemd, want de Reformatorische Kerk heeft al eerder Pasen gevierd maar dit weekend wordt het Orthodoxe, Oekraïense Paasfeest gevierd. Dit viel tot twee jaar geleden samen met het Russisch Orthodoxe Paasfeest maar na het uitbreken van de oorlog heeft men een andere datum gekozen. Vreemd genoeg dus niet tegelijk met het westerse Paasfeest.
Op de kleuterschool krijgen we te horen dat het dak nodig aan renovatie toe is. We zien dan ook in een aantal lokalen diverse plekken waar het heeft gelekt en het plafond is aangetast. Op verschillende plaatsen in het gebouw heeft men geen water, maar op andere plaatsen wel. De oorzaak hiervan is nog niet bekend. Op twee plaatsen zijn de wastafels verdwenen c.q. afgebroken en is een stortbak van een toilet stuk. Op dit moment zitten er 33 kinderen op de kleuterschool. Vroeger waren dit er ca. 90! ook wordt ons verteld dat dat de laatste tijd geen onderhoud kunnen uitvoeren. De staat geeft daarvoor helaas geen geld.
Nadat we de kleuterschool verder hebben bekeken nemen we afscheid en brengt Irén ons naar de Middenschool waar de directrice mevr. Roman Erika al op ons staat te wachten. We zien in de gang voor een aantal ramen en buitendeuren een hoop zakken zand liggen. Dit heeft te maken met de voorschriften van de overheid in verband met de alarmen die zo nu en dan afgaan. Kinderen moeten nu in de gangen op een bank zitten en wachten tot het alarm is afgelopen. In een aantal gevallen duurt dit zelfs 5 uur. Zodoende kan er ook geen les worden gegeven. We bespreken twee mogelijke aanvragen voor financiële ondersteuning t.b.v. de “veilige ruimtes”: een drietal Tv’s met bijbehorende dvd spelers en geld om de “veilige ruimtes” te schilderen.
Nadat we afscheid hebben genomen vertrekken we naar de arts van het dorp, mevr. Bak Olga. We nemen de door ons opgestelde vragen met haar door. Aangezien de dokter al op leeftijd is en last heeft van een aantal fysieke beperkingen, vertelt ze ons dat ze in augustus 2025 gaat stoppen. Er is inmiddels een arts aan het team toegevoegd. We maken kennis. De samenwerking verloopt goed, echter zijn er wel eens taalproblemen omdat deze arts Oekraïens spreekt. Een assistente van de arts spreekt gelukkig wel Hongaars. Nadat we afscheid hebben genomen vertrekken we naar de winkel van Bak Zoltán jr.
Hier worden in een bijgebouw, de maaltijden bereid van tafeltje-dek-je. We gebruiken hier de lunch. Het is dezelfde maaltijd die door tafeltje-dek-je is bereid voor de mensen in het dorp. Het smaakt heerlijk!
We zien hier overigens een kookplaat annex oven welke hard aan vervanging toe is. Na overleg met de thuisgebleven leden van het Pastoraal Fonds, wordt besloten hiervoor direct geld achter te laten.
Na de lunch hebben we alweer het volgende gesprek, nu is dat met dominee Szilagyi Károly en zijn vrouw, die een Roma-kleuterschool runnen waar het Pastoraal Fonds al een aantal jaren de maaltijden voor de 15 kinderen verzorgt. Alles ziet er piekfijn uit en na afloop geven de kinderen een kleine voorstelling. De dominee neemt ons vervolgens mee door de Roma wijk. We schrikken van de vreselijke leefomstandigheden waarin deze mensen wonen. Het is goed, zo concluderen we, dat ook de kerk naar deze groep omkijkt en de kinderen probeert normen en waarden aan te leren.
Om 15.00 uur hebben we ons officiële gesprek met ons contactpersoon in Gát, Bak Irén (tevens onze gastvouw). Aan de hand van de vragen die door ons in Sassenheim zijn opgesteld en aan Irén zijn gestuurd vindt ons gesprek plaats. Nadat alle vragen zijn beantwoord krijgen we verantwoording van de financiën over het afgelopen jaar. Tot slot van deze drukke dag hebben we ’s avonds een gesprek met de diaconale werkgroep van de Reformatorische kerk, waar we ook onze vragen bespreken.
De voorzitter van de diaconale werkgroep verzoekt ons om: “ de dank over te brengen aan de inwoners van Sassenheim die, op welke manier dan ook, hulp bieden aan de mensen die in Kárpátalja (de Karpaten) wonen. Ik kan u verzekeren dat alle spullen bij mensen terecht komen die uw werk zeer waarderen”.
Om 21.00 uur is deze lange dag voor wat betreft de werkbezoeken ten einde. Het was een vermoeiende dag want ook bij ieder bezoek staat het gesprek over de oorlog centraal.
Op dinsdag 7 mei staat een bezoek aan de contactpersonen in Nagymuzsaly (Imre en Marianna) en Kigyós (Hezser Éva en zoon Feri) op het programma. Om 08.30 uur worden we gehaald door Imre en Marianna. Als eerste bezoeken we de kleuterschool in Nagymuzsaly, waar we worden ontvangen door de directrice, mevrouw Pataki Vera. Ze laat ons eerst het oude toegangshek zien. Hiervoor is al een aanvraag aan het Pastoraal Fonds gestuurd om het te gaan vervangen. Vervolgens lopen we door de twee lokalen waar we wat snoepjes uitdelen aan de nog aanwezige kinderen.
Kort na thuiskomst ontvingen een foto van het nieuwe hek
De dominee van het dorp heeft ons gevraagd bij hem langs te komen want er is bij de kerk een oude klokkentoren waar het nodige aan verbouwd zou moeten worden en het Pastoraal Fonds hopelijk een bijdrage aan zou kunnen leveren.
Een bezoek aan de Middenschool, met als directrice mevr. Szegedi Erika, wordt niet overgeslagen. Omdat hier geen projecten zijn, blijft het bij een beleefdheidsbezoek en komt het gesprek toch uiteindelijk weer uit op de oorlog en horen we weer een aantal vreselijke verhalen.
Bij Imre en Marianna thuis nemen we de vragen door waarbij ook alle opgestuurde en gewenste medische artikelen aan bod komen. We sluiten het bezoek in Nagymuzsaly af met een heerlijke maaltijd en vertrekken vervolgens naar Kigyós. We worden opgehaald door de vriendin van Hézser Feri jr., Lily en onze contactpersoon mevrouw Hezser Éva. Zij brengen ons keurig, over een heel slecht wegdek naar Kigyós, waar we worden ontvangen door zoon Feri. We bespreken de vragen en bekijken we ook de afrekeningen die Éva keurig voor ons klaar heeft gelegd. Alles blijkt dik in orde te zijn (zoals we gewend zijn). Nadat we hiermee klaar zijn, nodigt Éva ons uit te gaan kijken naar een project, te weten een rouwkapel bij de begraafplaats. Hiervoor is door de lokale bevolking al geld ingezameld, De rest zou door het gemeentebestuur betaald worden. De bouw is al begonnen, maar half af, want door de oorlog is de geldkraan van de gemeente dicht gegaan. Er zijn al wel diverse materialen besteld en geleverd, maar er is een financieel tekort. Aan het Pastoraal Fonds wordt nu om financiële hulp gevraagd. Dit wordt met de burgemeester besproken. Op basis van een ingediende projectaanvraag voor financiële ondersteuning zal het Pastoraal Fonds een besluit nemen.
Vervolgens wordt nog even bij de kerk in Kigyós gekeken. We lopen over het pad naar de kerk waarvoor in 2005 door het Pastoraal Fonds geld is gegeven. We bekijken ook nog het door het Pastoraal Fonds gefinancierde cultuurhuis. Wim had deze projecten nog nooit gezien. Na de gezamenlijke maaltijd keren we weer huiswaarts.
De volgende dag (woensdag 8 mei) bezoeken we de dorpen Kisbégány en Balaszér. We worden ‘s morgens om 08.30 uur opgehaald door Sohaj István en komen weer langs een controlepost van het leger. Gelukkig kunnen we doorrijden maar het blijft een vreemde gewaarwording. Ook bij Kati thuis horen we verhalen over de oorlog. Haar twee zonen zijn vertrokken en wonen nu in Hongarije terwijl hun echtgenotes en de kinderen in het dorp zijn achtergebleven. Om de 2 weken gaan ze op bezoek in Hongarije. We bezoeken de kleuterschool en de dokterspost, waar we de door ons gefinancierde computer bekijken. Bij Kati thuis bespreken we de vragen en de financiële administratie.
Om exact 14:00 uur komt Nagy Béci ons ophalen om ons naar Balaszér te gaan. We nemen afscheid van Kati, István en schoondochter Anita. Op de weg naar Balaszér bezoeken we eerst de middenschool in Jánosi, waar we een aantal jaren geleden een toiletgroep hebben laten opknappen. Het ziet er heel mooi uit, mede te danken aan Béci die het hele project heeft begeleid. Grappig detail is dat we hier worden rondgeleid door de schoonmoeder van Béci die vandaag de directrice vervangt.
In Balaszér aangekomen treffen we Viki, de vrouw van Béci, hun twee kinderen en ook Varga Margit, de vrouw die voorheen in dit dorp onze contactpersoon was. Ze is inmiddels 85 jaar maar is nog prima in staat om in de tuin te werken en kan zich nog alles herinneren.
Béci heeft een ernstige blessure aan zijn rug en blijkt in de afgelopen maanden drie keer in het ziekenhuis te hebben gelegen en heeft daarom een vrijstelling voor het leger. Echter, de nieuwe wetgeving die 18 mei 2024 in zal gaan heeft ook voor hem onzekerheden en hij durft zich weinig op straat te laten zien. Ook hier worden weer de vragen besproken (Béci is erg breedsprakig) en de financiën gecontroleerd. Alles blijkt ook nu weer piekfijn in orde. Na een heerlijke maaltijd, worden we door Viki naar Gát teruggebracht.
De volgende dag, donderdag 9 mei, worden we door Péter Zoltán uit Csonkapapi opgehaald. Allereerst bekijken we de keuken waar de maaltijden voor tafeltje-dek-je worden bereid en het oude paviljoen van de kleuterschool, die ze willen renoveren. Hiervoor kunnen we misschien een aanvraag verwachten.
We gaan naar de kerk, want het is Hemelvaart en in de kerk doen 6 jongeren confirmatie, een voorbereiding op de belijdenis welke komende zondag zal plaats vinden. Na afloop van de dienst hebben we even kort een gesprek met de predikant, die ons tijdens de kerkdienst heeft bedankt voor de jarenlange hulp die het Pastoraal Fonds heeft geboden en nog biedt aan het dorp. Hij heeft een kennis in Hongarije, een rijke zakenman die een eigen stichting heeft voor goede doelen in Oekraïne.
We bezoeken hierna kort de kleuterschool en zien dat er nog slechts 10 kinderen aanwezig zijn en dat 5 kinderen thuis zijn omdat ze ziek zijn. Dus ook hier laat de oorlog zijn sporen na.
We bezoeken de lokale artsenpost. Hier hebben we een onderzoeksruimte laten inrichten en aanpassen. Het volgende project hier zou het maken van een toilet in het gebouw kunnen zijn. Op de foto het nu enige toilet van de huisartsenpost in Csonkapapi.
Bij Zoltán thuis worden na de heerlijke maaltijd ook weer de vragen besproken en de financiën gecontroleerd. Tijdens dit gesprek, schrikt iedereen op want er gaat een vliegtuigje over. Voor ons uiteraard niets bijzonders maar voor hen is dit een signaal dat er ook op deze manier wordt gezocht naar mogelijke nieuwe soldaten. Dit schijnt vaker voor te komen en ook drones schijnen hiervoor te worden ingezet. Wat is vrijheid toch een groot goed, zo realiseren we ons wederom. Zoltán brengt ons naar Gát.
Vrijdag 10 mei brengen we ons laatste bezoek. Om 09:30 hebben we een gesprek met onze contactpersoon in Oekraïne voor de hulptransporten, dhr. Gábor Péter. Nadat we kennis hebben gemaakt, leggen we eerst uit hoe wij de afgelopen jaren geld naar Oekraïne hebben overgemaakt. Omdat vorig jaar de bank in Hongarije onze rekening heeft opgezegd bespreken we met hem de mogelijkheid om het geld, dat het Pastoraal Fonds tweemaandelijks stuurt, via zijn speciale goede doelen bankrekening te laten lopen. Vooraf was hij al door ons gepolst. Hij had al door laten schemeren bereid te zijn ons te helpen. Direct blijkt dat de hij ons daadwerkelijk wil helpen. We bespreken vervolgens de details en voorwaarden en gaan met een tevreden gevoel de deur uit.
We maken nog even een korte wandeling door de stad Beregszász. Ons staat tijdens de wandeling een verrassing te wachten. Op mooi plekje vlak bij de stad hebben zich onze contactpersonen verzameld om daar gezamenlijk te gaan picknicken. Met prachtig weer (22-23 graden en zonnig) en een prachtig uitzicht, genieten we van dit heerlijke uitje.
‘s Avonds nemen we afscheid van iedereen en gaan hierna onze koffers pakken om vervolgens op zaterdagmorgen 11 mei naar Nyíregyháza te worden gebracht door de familie Sohaj. Helaas duurt het passeren van de grens nu behoorlijk langer dan op de heenweg, maar na drie uur zijn we dan toch weer in Hongarije. Na aankomst in Nyíregyháza nemen we afscheid en gaan vervolgens met de trein naar Budapest om op zondag 12 mei weer naar huis te vliegen. De familie Sohaj blijft nog even in deze stad om één van de schoondochters te bezoeken die in het lokale ziekenhuis werkt.
We hebben al met al een bewogen week met heel veel verhalen over de oorlog gehoord. Desondanks was het goed onze vrienden weer in hun eigen omgeving te mogen ontmoeten en te bespreken wat het Pastoraal Fonds de afgelopen jaren heeft gedaan en welke projecten in de komende tijd opgepakt zouden kunnen worden.
Opgesteld door: Jan Lindhout
Naschrift
Tijdens alle gesprekken, die aan de hand van de in Sassenheim opgestelde vragen worden gevoerd, komen ook de transporten van hulpgoederen ter sprake. Hulpgoederen in de vorm van kleding, persoonlijke verzorgingsmiddelen, incontinentiemateriaal en medische artikelen voor de huisartsenposten.
Ons wordt duidelijk dat hieraan nog grote behoefte is. Met name worden specifieke loophulpmiddelen als rollators, looprekken, krukken, wandelstokken en zelfs rolstoelen genoemd.
Het sturen hiervan wordt dan ook zeer op prijs gesteld en gewaardeerd.